Keuze voor PVV’er Bosma als voorzitter weerspiegelt nieuwe verhouding in Tweede Kamer

Na een debat van een kleine vijf uur en een geheime stemming van ruim een half uur is PVV-Kamerlid Martin Bosma donderdagavond verkozen tot nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer. Een „bescheiden overwinning”, zo zei hij zelf nadat hij de voorzittershamer in ontvangst had genomen, met een verschil van negen stemmen ten opzichte van Tom van der Lee van GroenLinks-PvdA. Van de 148 aanwezige Kamerleden stemden er uiteindelijk – in een tweede ronde – 75 leden op Bosma en 66 op Van der Lee. De waarnemend voorzitter Roelien Kamminga (VVD) had zich niet kandidaat gesteld voor het voorzitterschap maar scoorde toch nog vijf stemmen van haar collega’s.

Op papier was verkiezing voor de opvolger van Vera Bergkamp voor de 150 Kamerleden relatief eenvoudig: een keuze tussen maar twee kandidaten, twee ervaren Kamerleden van de twee grootste fracties, eentje van de PVV en eentje van GroenLinks-PvdA – een keuze dus tussen links en rechts.

Op voorhand leek Bosma de beste papieren te hebben. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van vorige maand zijn de politieke verhoudingen immers behoorlijk naar rechts opgeschoven. Toch, zo bleek uit de uitslag, was een aantal partijen verdeeld over wie de ideale opvolger van Vera Bergkamp zou moeten worden. Vanuit het links-progressieve kamp kon Van der Lee naar verwachting op vijftig stemmen rekenen. Het werden er zestien meer. Naar alle waarschijnlijkheid heeft hij steun weten te vinden binnen de fracties van VVD (24 zetels), NSC (20 zetels) en CDA (5 zetels). De meeste fracties beschouwden de verkiezing als een vrije kwestie; ieder lid mag zelf bepalen op wie zij of hij stemt. De precieze stemverhouding is lastig te achterhalen, want de stemming per briefje is strikt geheim.

Bij het debat dat aan de stemming voorafging, kreeg vooral Bosma veel kritiek over zich heen. Veel partijen uit het progressieve kamp van de Kamer – D66, GroenLinks-PvdA, SP, Volt, Denk – uitten grote twijfels of de PVV’er in staat is om een neutrale voorzitter te zijn die boven de partijen staat. Daarvoor heeft hij als Kamerlid, sinds 2006 al trouwe adjudant voor PVV-leider Geert Wilders, vaak en veel uitspraken gedaan die daar in hun ogen niet mee stroken. De PVV, zo luidt al jaren hun kritiek, heeft anti-rechtsstatelijke en ongrondwettelijke standpunten – ook een heikel thema bij de moeizaam begonnen kabinetsformatie. Het verkiezingsprogramma van de PVV, waar Bosma vierkant achter staat, is radicaal-rechts en sluit bevolkingsgroepen – migranten, moslims – uit op basis van geloof of afkomst.

Bij zijn bijdrage in het openbare sollicitatiegesprek in de plenaire zaal bracht Joost Sneller van D66 Bosma’s initiatiefwet in herinnering om mensen met een dubbele nationaliteit het actieve en passieve kiesrecht te ontnemen. „Een directe aantasting van dit fundamentele recht van 1,3 miljoen Nederlanders. Hoe kan iemand met deze opvattingen geloofwaardig optreden als voorzitter van dit hoogste democratisch gekozen orgaan?”

Christine Teunissen van Partij voor de Dieren refereerde aan zijn uitspraken over mensen uit de Lhbtiq+-gemeenschap. „Hoe denkt lid Bosma” alle Nederlanders te kunnen vertegenwoordigen als hij meermaals negatief over deze mensen heeft gesproken, in termen als ‘sektarische genderactivisten’?”

En het nieuwe Kamerlid Dogukan Ergin van Denk vroeg zich af of Bosma wel een verbindend en representatief voorzitter kan zijn als „lid van een partij die Nederlanders met migratieachtergrond ziet als profiteurs, hoofddoekjes wil verbieden en islamitische scholen wil verbieden”.

In zijn beantwoording van de vele kritische vragen benadrukte Bosma steeds dat een Kamerlid een andere rol heeft dan een Kamervoorzitter. „Als Kamerlid oordeel je vanuit partijpolitieke ideeën. Als Kamervoorzitter niet, dan ben je neutraal.” Hij trok „voor de 150 Kamerleden natuurlijk voor honderd procent mijn handen af” van dat door Sneller genoemde wetsvoorstel. „Een Kamervoorzitter kan dat niet doen.”

Toen Jesse Klaver van GroenLinks-PvdA hem voorhield dat hij de integriteit van de rechterlijke macht openlijk in twijfel heeft getrokken – „U heeft rechters heel letterlijk niet onpartijdig genoemd” – riposteerde Bosma op dezelfde manier. „Ik heb dat gezegd in andere rol. Straks als Kamervoorzitter zal ik de scheiding der machten neutraal bewaken.”

Ook wilden Kamerleden van de PVV’er weten of hij nog achter zijn standpunt stond – zoals bij een eerdere motie van FVD was gebleken – dat een Kamervoorzitter per definitie uit een oppositiefractie moet komen. Niet onbelangrijk want als grootste fractie is de kans groot dat de PVV na 17 jaar deel gaat uitmaken van een kabinet. Bosma vindt dat nog steeds een „hartstikke goed idee” zei hij tegen SP-Kamerlid Sandra Beckerman, „maar ik wijs uit erop dat die motie nooit is aangenomen. Dus we kiezen nu eenmaal nog steeds eerst een voorzitter, nog voor er een coalitie is gevormd.”

Overwinningstoespraak

In zijn korte overwinningstoespraak hield Bosma niet meteen een verbindend verhaal. Hij richtte een vriendelijk woord van dank tot zijn tegenstrever Tom van der Lee. Maar een geruststelling aan het adres van Kamerleden die openlijk twijfelen aan zijn neutraliteit en zijn vermogen om een „voorzitter voor alle Kamerleden en alle Nederlanders” te zijn gaf hij niet. In plaats daarvan deed Bosma wat hij zo vaak doet als hij een Kamerdebat leidt – hij is al sinds 2010 een van de ondervoorzitters – en ook zoals hij bij zijn verdediging donderdagmiddag deed. Hij maakte een grapje. „Ik bedank alle mensen die op mij gestemd hebben. Mensen die niet op mij gestemd hebben zullen dat nog merken in de verdeling van de spreektijd.” En: „Politiek is een ernstige zaak, maar laten met z’n allen alsjeblieft ook een beetje lol hebben.”



Leeslijst